https://nl.wikipedia.org/wiki/Antibioticum
[.....]
Er zijn twee belangrijke groepen antibiotica: de bactericide of bacteriedodende, en de bacteriostatische of bacterieremmende, die de groei voorkomen. Voor een bactericide werking (bijvoorbeeld bij penicillinen) is groei soms noodzakelijk. Dergelijke middelen kunnen, althans theoretisch gezien, beter niet met een antibioticum uit de bacteriostatische groep (zoals doxycycline) worden gecombineerd.
[.....]
β-lactamantibiotica
β-lactamantibiotica bevatten een bètalactamgroep (een ring bestaande uit drie koolstofatomen en een stikstofatoom) en werken in op de celwand van de bacteriën. Soorten: penicilline, cefalosporine, monobactam en carbapenem. Penicilline kan geassocieerd worden met clavulaanzuur. Deze stof bevat ook een β-lactamgroep, maar wordt in tegenstelling tot de antibiotica niet afgebroken door β-lactamase, een enzym dat sommige resistente bacteriën produceren, maar vormt er een stabiel complex mee, zodat het enzym geen penicilline meer kan afbreken. Een aantal gebruikers wordt allergisch voor β-lactam antibiotica.
Aminoglycosiden
Aminoglycosiden behoren tot de snel bactericide antibiotica. Ze remmen de eiwitsynthese van bacteriën door zich te binden aan het 30S-ribosoom, en zo de vorming van het initiatiecomplex te inhiberen. Door de binding aan het ribosoom wordt het RNA verkeerd afgelezen, waardoor de eiwitsynthese wordt gestopt. Van de aminoglycosiden worden thans voornamelijk gentamicine, tobramycine en de semisynthetische derivaten netilmicine en amikacine gebruikt.
Tetracyclines
Tetracyclines zijn een groep bacteriostatica gebaseerd op tetracycline. De belangrijkste tetracyclines zijn tetracycline, chloortetracycline, oxytetracycline, doxycycline en methacycline. Deze middelen hebben de eerste keus bij de behandeling van chlamydia en rickettsia.
Macroliden
Macroliden inhiberen de translocatie-reactie ter hoogte van het 50S-ribosoom. Ze werken bacteriostatisch aan de in vivo bereikbare concentraties. Ze zijn bactericide tegenover de meest gevoelige bacteriën aan hogere concentraties. De belangrijkste macroliden zijn erythromycine, clarithromycine en azithromycine.
Chlooramfenicol/Thiamfenicol
Chlooramfenicol en Thiamfenicol remmen de eiwitsynthese bij de ribosomen.
(Fluor)chinolonen
De fluorchinolonen remmen het bacterieel DNA-gyrase (topoisomerase II en topoisomerase IV). Hierdoor wordt de DNA- of RNA-synthese rechtstreeks geremd, wat hun bactericide werking verklaart.
Vancomycine
Vancomycine destabiliseert de celwand van de bacteriën.
Rifamycine/Rifampicine
Rifamycine/Rifampicine inhibeert het DNA-afhankelijke RNA-polymerase van de bacteriën.
Nitro-imidazoolderivaten
Nitro-imidazoolderivaten produceren superoxideradicalen die DNA van bacteriën vernietigen. Metronidazol bijvoorbeeld is zeer actief tegen anaerobe bacteriën.
Sulfonamiden/Trimethoprim
Foliumzuurantagonisten leggen de foliumzuurproductie van de bacteriën lam, wat leidt tot celdood. Sulfonamiden worden niet veel meer alleen gegeven, tegenwoordig is het vooral een combinatie van sulfamiden en trimethoprim, bijvoorbeeld sulfamethoxazol + trimethoprim (co-trimoxazol). sulfamethoxazol is een analogon voor para-aminobenzoëzuur, waarvan het in de plaats met pteridine reageert en een nutteloos molecuul vormt voor de foliumzuursynthese. Trimethoprim inhibeert dan weer de omzetting van 2-dihydrofoliumzuur naar 4-tetrahydrofoliumzuur. Naast sulfamethoxazol worden de sulfonamiden sulfadiazine, sulfametrol en sulfametizol in Nederland nog wel (zelden, en afnemend) gebruikt. Bij deze middelen zijn zowel het snel optreden van resistentie als een vrij grote kans op allergische reacties een probleem.
Oxazolidinonen
Linezolid
Niet geclassificeerde middelen
Een aantal antibiotica behoren niet tot de bekende groepen. Teixobactine is een antibioticum dat nog in onderzoeksfase verkeert. Dit antibioticum is afkomstig van een niet kweekbaar micro-organisme en heeft uitsluitend effect op grampositieve bacteriën.